Orienterend fertiliteitsonderzoek

OFO is de afkorting van Oriënterend Fertiliteit Onderzoek. Dit is een basisonderzoek dat uit verschillende onderdelen bestaat met als doel het opsporen van stoornissen waardoor een zwangerschap uitblijft.

  • Anamnese
    De arts zal vragen stellen naar de ziektegeschiedenis van u en uw partner. Onder andere de algemene gezondheid, medicijngebruik, bijzondere aandoeningen, familiare erfelijkheid, verloop van de cyclus, gynaecologische problemen, seksueel overdraagbare aandoeningen, eventueel eerdere zwangerschappen of bevallingen, problemen rondom vrijen en bijvoorbeeld aandoeningen van de zaadbal.
  • Lichamelijk onderzoek
    Het algemeen lichamelijk onderzoek bij de vrouw bestaat uit onderzoek naar de lengte, het gewicht, beharingspatroon en zo nodig inspectie van borsten en schildklier. Daarnaast wordt eventueel een gynaecologisch onderzoek uitgevoerd waarbij een speculum wordt ingebracht. Soms word een kweek afgenomen. Vervolgens vindt er eventueel een inwendig onderzoek plaats om de grootte, eventuele afwijkingen van de baarmoeder en de eierstokken te beoordelen.
  • Echoscopie
    Echoscopisch onderzoek vindt plaats door middel van een inwendige vaginale echo. Daarbij wordt gekeken naar de baarmoeder, het baarmoederslijmvlies, de eierstokken en de groei van een eiblaasje. Dit onderzoek verloopt prettiger als de blaas leeg is. Het kan nodig zijn om via echoscopie uw menstruele cyclus in kaart te brengen. Dat noemen we ook wel cyclusmonitoring. Hierbij wordt één cyclus (van menstruatie tot menstruatie) bekeken of er een normale cyclus is. Daarbij kan ook gekeken worden of er een eisprong plaatsvindt.
  • Bloedonderzoek
    Afhankelijk van het verloop van uw cyclus, uw voorgeschiedenis en de bevindingen bij onderzoek, kan het nodig zijn om bloedonderzoek te doen. Het bloedonderzoek vindt meestal plaats op specifieke momenten in uw cyclus. Sommige hormoonbepalingen geven beter inzicht over uw cyclus op die specifieke dagen. Het hormoon FSH (Follikel Stimulerend Hormoon) en oestrogeen wordt geprikt op de derde cyclusdag. Eventueel wordt er ook gekeken naar de TSH (Thyroïd Stimulerend Hormoon), prolactine (melkklierstimulerend hormoon), LH (Luteïniserend Hormoon) en het testosteron (mannelijk hormoon, wat in lage dosering bij de vrouw aanwezig is). Progesteron (hormoon dat je baarmoederslijmvlies helpt opbouwen en iets kan zeggen over een ei-sprong) wordt meestal in de tweede cyclushelft bepaald. AMH (Anti Mülleriaans Hormoon) kan een voorspellende waarde geven aan de vruchtbaarheidskansen. Verder kijkt de arts of er afweerstoffen zijn tegen Chlamydia (seksueel overdraagbare aandoening die eileiderontstekingen kan veroorzaken). Als er antistoffen aanwezig zijn, kan het zijn er een Chlamydia-infectie is geweest. Deze infectie kan de eileiders beschadigen en/of verklevingen in de buik hebben veroorzaakt.
  • Zaadonderzoek
    Het zaadonderzoek (semenonderzoek) geeft informatie over de kwaliteit van het zaad. De arts zal uw partner vragen zijn zaad in te leveren voor onderzoek in het laboratorium. U kunt het zaad thuis produceren door middel van masturbatie en opvangen in een door ons meegegeven potje. Het zaad moet op kamertemperatuur blijven en binnen 1 uur worden afgegeven bij ons laboratorium. Het zaad wordt beoordeeld op de hoeveelheid, het aantal bewegende zaadcellen en de eventuele aanwezigheid van afweerstoffen tegen zaadcellen. Bij afwijkingen moet dit onderzoek, soms meerdere malen, herhaald worden.
  • Foamecho-HSG-Laparoscopie
    Bij deze onderzoeken wordt naar de doorgankelijkheid van de eileiders gekeken. Afhankelijk van de uitslagen uit de voorgaande onderzoeken zal het soms noodzakelijk zijn om met één van deze onderzoeken het OFO af te ronden. De arts zal samen met u bespreken welk eileideronderzoek voor u geschikt en noodzakelijk is.

    Als er geen duidelijke oorzaak voor het uitblijven van de zwangerschap wordt gevonden dan wordt de kans op een spontane zwangerschap berekend met behulp van een wetenschappelijk model, de Hunault-score. Afhankelijk van de uitslag hiervan zal wel of geen behandeling worden geadviseerd.